Selecteer een pagina

In de Successiewet 1956 zijn waarderingsvoorschriften opgenomen om de waarde van een erfenis te bepalen. Wat moet u daarover weten?

Waarderingsvoorschriften. Indien een erfenis wordt verkregen, moet de waarde van het verkregene worden bepaald. In de Successiewet 1956 (SW) zijn waarderingsvoorschriften opgenomen. De waarde van het verkregene hangt daarmee af van het soort bezitting dat uit de nalatenschap wordt verkregen. Hierna wordt ingegaan op diverse situaties/waarderingsvoorschriften uit de SW.

Waarde op moment van verkrijging. De waarderingsvoorschriften zijn opgenomen in artikel 21 van de SW. Lid 1 van deze bepaling geeft het uitgangspunt weer: “Het verkregene wordt in aanmerking genomen naar de waarde welke daaraan op het tijdstip van de verkrijging in het economisch verkeer kan worden toegekend”. In totaal bestaat artikel 21 van de SW uit 15 leden. In lid 2 tot en met 15 zijn specifieke waarderingsregels opgenomen, waarvan hierna de belangrijkste worden behandeld.

Het ervan van een woning. In lid 5 en volgende zijn waarderingsvoorschriften voor de woning opgenomen. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de woning wordt gewaardeerd op de WOZ-waarde op 1 januari van het jaar van overlijden. De WOZ -beschikking van dat jaar heeft als peildatum 1 januari van het vorige jaar. Wordt een woning geërfd in 2024, dan is de WOZ-waarde van 2024 het uitgangspunt. Deze WOZ-waarde geeft de waarde van de woning op 1 januari 2023. Het is ook mogelijk om de waarde van de woning op 1 januari 2024 te gebruiken (WOZ-waarde van 2025), afhankelijk van wat het gunstige uitpakt voor de erfrechtelijke verkrijgers. Als er sprake is van bijvoorbeeld dalende huizenprijzen, kan het voordeliger zijn om te werken met de laatste WOZ-waarde. Op de regel dat de WOZ-waarde gehanteerd moet worden, bestaan uitzonderingen. Denk aan situaties dat de woning afgebrand is of aangrijpend is verbouwd. Ook gelden er regels voor verhuurd onroerend goed, serviceflats of erfpacht.

Het erven van bak- of spaartegoed. Hiervoor is de waarde (van alle bank- en spaarrekeningen) op de dag van overlijden bepalend, ongeacht of dit Nederlandse of buitenlandse bankrekeningen zijn.

Het erven van een voertuig. Bij het erven van een auto dient er uitgegaan te worden van de marktwaarde. Wat is de marktwaarde? Dat is de hoogste prijs die de auto op het moment van overlijden zou opleveren. De ANWB heeft hiervoor een koerslijst opgesteld. Op basis van het kenteken en/of op basis van merk, type en bouwjaar blijkt de waarde.

Het erven van effecten. Hiervoor geeft artikel 21, lid 3 van de SW regels. Voor de effecten die zijn opgenomen in een prijscourant, wordt de waarde in het economisch verkeer gesteld op de slotnotering die is vermeld n de prijscourant die betrekking heeft op de laatste beursdag voorafgaand aan de dag van overlijden. Staan de effecten niet in de prijscourant, ga dan uit van de marktwaarde. Hiermee wordt wederom gedoeld op de prijs die de effecten op de vrije markt zouden opleveren op de dag van overlijden.

Overige waarderingsregels. Verder zijn in artikel 21 van de SW nog regels opgenomen voor de verkrijging van ondernemingsvermogen en van geldvorderingen. Hier wordt nu niet verder op ingegaan, maar weet dat daarvoor ook bijzonderheden gelden. Neem bij twijfel over waarderingen contact op met een notaris.